De avocado (Persea americana) is een boom uit Centraal-Amerika. Hij is bekend om zijn gelijknamige voor consumptie geschikte vrucht die ook wel advocaatpeer of (als hij eetrijp is) "Solange" genoemd wordt. De naam avocado komt van het Nahuatl-woord ahuacatl, dat overigens ook 'teelbal' betekent.
De plant moet steeds warm staan en heeft behoefte aan een hoge luchtvochtigheid, anders worden de bladranden bruin.
De avocado kan als kamerplant gehouden worden.
USDA Zone 9a: to -6.6 °C (20 °F)
De cherimoya (Annona cherimola) is een tropische plant van de Annonaceae en komt oorspronkelijk voor in de hoogland valleien van de Andes in Peru, Ecuador, Colombia en Bolivia tussen 1000 en 2000 meter hoogte. Het is een in droge tijden bladverliezende struik of kleine boom, die 9 meter hoog kan worden.
maar bij ons kan de soort gehouden worden als kuipplant zodat deze een stuk kleiner blijft. In droogteperiodes verliest de boom zijn blad.
Als de temperaturen richting de 5 graden Celsius zakken, kunt u de plant naar binnen halen. 's Zomers kunt u de plant op een beschutte, zonnige plek zetten.
De bladeren zijn alternerend, enkelvoudig, langwerpig en zijn 7 - 15 cm lang en 6 -1 0 cm breed. De plant werpt meerdere malen per jaar zijn bladeren af waaronder in de lente. De bloemen groeien in kleine clusters, en zijn 2 - 3 cm breed, met zes bloemblaadjes en zijn geel-bruin van kleur met vaak paarse puntjes in de basis.
De verzamelvruchten zijn ovaal, vaak lichtelijk langwerping en hartvormig, 10 - 20 cm lang en met een diameter van 7 - 10 cm, met een leerachtige, gladde groene schil. Het vruchtvlees is wit met vele zwarte pitten en zeer zoet.
U kunt vanaf augustus/september de eerste vruchten oogsten.
Overwintering op een koele lichte plaats tussen +5ºc en +10ºc graden.
Winterhardheid zone 10b (+1ºc).
Physalis peruviana, ananaskers, incabes, Kaapse kruisbes
De goudbes (Physalis peruviana), ananaskers, incabes, Kaapse kruisbes of Kaapse goudbes is een tot twee meter hoge, overblijvende, kruidachtige plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). De plant heeft breed vertakte zijscheuten. Het blad, de bloemsteel en de kelk zijn zacht behaard. De afwisselend geplaatste bladeren zijn 10-17 cm lang, groen en hartvormig, met gekartelde randen. De bloemen komen solitair uit de bladoksels en vertakkingen van stengels. De klokvormige kelk bestaat uit vijf driehoekige delen. Na de bloei vormt de kelk zich tot een omhulsel van de bes.
De vrucht is een oranje, 1-2 cm grote bes, die omhuld blijft door de lichtbruine kelk. Het sappige, lichtoranje vruchtvlees bevat kleine zaden. Het smaakt aromatisch en zoet tot zoetzuur. De vrucht, de goudbes, wordt in Nederland vooral rond de kerstperiode in de supermarkt aangeboden, maar de vruchten kunnen het hele jaar op de markt worden gekocht. Vaak worden ze in de handel aangeboden onder de geslachtsnaam Physalis. In gedroogde vorm worden ze wegens vermeende voordelen voor de gezondheid vermarkt als "superfood" onder naam incabes. Andere soorten uit hetzelfde geslacht met eetbare vruchten zijn de tomatillo (P. philadelphica) en de nauw verwante grondkers (P. pruinosa).
De goudbes komt van nature voor in de Andes maar wordt wereldwijd in tropische en subtropische gebieden gekweekt. In Nederland en België komt de plant verwilderd voor en kan hij als kamerplant of in de tuin worden gekweekt.